Bij diarree is er veelal sprake van een combinatie van versnelde passage en een verstoorde absorptie/secretie op darmniveau. Bij de behandeling dient men een duidelijk onderscheid te maken tussen een causale en een symptomatische therapie. De therapie van diarree richt zich in het algemeen op drie verschillende doelen:
- regulatie van de vloeistofhuishouding door orale rehydratie;
- normalisatie van de darmmotiliteit;
- remming van eventuele ontstekingsreacties door NSAIDs.
Orale rehydratie is de meest effectieve vorm van therapie in gevallen van een secretoire, catarrhale diarree. Additionele maatregelen in de therapie van diarree zijn het gebruik van adsorbentia zoals houtskool (= carbo medicinalis: Norit) en in het geval van (meer) chronische diarree pectinen (polymere koolhydraten uit appels of citruspulp) of kaoline (bolus alba).
Bij een bloederige diarree kunnen symptomatisch adstringentia worden toegepast. Adstringentia zijn stoffen die eiwitten neerslaan waardoor bloedingen worden gestopt. Tevens vormen zij een beschermende laag op het darmslijmvlies en hebben zodoende een ontstekingsremmende werking. Echter, indien het darmslijmvlies intact is, belemmert deze laag van neergeslagen eiwitten de absorptie en vermindert zowel resorptie- als ook secretieprocessen. Als adstringentia worden onder meer gebruikt: tannineverbindingen (looizuur-derivaten), zoals tannine en tannalbumine, en bismutverbindingen, die eveneens oraal in de vorm van het bismutgallaat, -citraat of -salicylaat worden toegediend.
Voor alle producten in deze klasse, klik hier.
|