QA Spijsverteringskanaal en metabolisme > QA07 Antidiarrhoica, anti-inflammatoire middelen en anti-infectiva > QA07X Diarree: overige middelen

QA07X Diarree: overige middelen
Antisecretoire middelen
Antisecretoire farmaca remmen de transcellulaire secretie van Cl- en HCO3- waardoor de paracellulaire uitstroom van Na+ en H2O naar het darmlumen geblokkeerd wordt. Tegelijkertijd stimuleren zij de resorptie van Na+ en Cl- uit het darmlumen waardoor de netto terugresorptie (reabsorptie) van water toeneemt.

Farmaca, die (onder andere) deze antisecretoire eigenschappen vertonen zijn synthetische opioïden zoals loperamide (zie eerder) en sommige α2-agonisten. Ook talloze plantaardige producten (pectinen, tannalbine/looistoffen) hebben een lichte antisecretoire werking.
 
In de melk van zeugen en ratten is een zuur proteïne aangetoond, dat antisecretoire eigenschappen bezit. Deze ASF (antisecretoire factor) is niet alleen in het colostrum, maar ook later tijdens de lactatie in melk, plasma en cerebrospinale vloeistof aantoonbaar. ASF remt de door enterotoxinen geïnduceerde vloeistofsecretie.

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.