QD Dermatologica: middelen bij huidaandoeningen > QD08 Antiseptica en desinfectantia > QD08A Antiseptica en desinfectantia

QD08A Antiseptica en desinfectantia
QD08AC Biguanides en amidines
Chloorhexidine is een gesubstitueerde biguanide, die als regel in de vorm van het goed in water oplosbare digluconaat wordt toegepast als huidantisepticum (1% o.m. ter preventie van mastitis) en bij de preventieve wondbehandeling (0.5% in combinatie met ethanol 70%); voor de ontsmetting van brandwonden en slijmvliezen worden doorgaand lagere concentraties gebruikt (0.02-0.1%; met kans op contaminatie door Pseudomonas spp.) Chloorhexidine (1 ppm) remt membraangebonden ATP-asen, waardoor lysis optreedt van Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën. Het spectrum omvat niet-mycobacteriën, virussen, sporen en schimmels.
Voordelen: het werkt snel, bezit een goede nawerking (6 uur), vertoont geen duidelijk werkingsverlies na contact met eiwitten en is weinig toxisch/irriterend voor de huid.
Nadelen: het bezit een beperkt werkingsspectrum, kan overgevoeligheid induceren en is duidelijk neurotoxisch (niet toepassen in de gehoorgang!). Charges kunnen, als verontreiniging, het zeer toxische parachlooranaline bevatten.
Toepassing: naast de eerder genoemde oplossingen (al dan niet in combinatie met ethanol) vindt dit antisepticum ook toepassing in de vorm van vloeibare zeep (4% chloorhexi-dine). In deze formulering toegepast voor handwassing, geeft het na eenmalig gebruik een geringere kiemreductie dan na toepassing van alcoholen. Herhaald gebruik leidt wel tot eliminatie van o.m. Stafylococcus aureus.

QD08AE Fenolen
Fenolen hebben van oudsher een belangrijke rol gespeeld als desinfectantia. Tegenwoordig worden ze minder frequent toegepast vanwege hun toxiciteit (m.n. katten zijn er zeer gevoelig voor) en hun slechte afbreekbaarheid in het milieu. Tot de fenolen behoren o.m. orthofenyl-fenol en benzylchloorfenol. Het werkingsmechanisme berust op het oplossen van lipoproteïnen (bestanddelen van de celwand) waardoor lysis optreedt.
Werkingsspectrum: Het werkingsspectrum omvat naast Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën ook mycobacteriën, schimmels en mantelvirussen. Naakte virussen zijn echter resistent.
Voordelen: goed werkzaam in met faeces gecontamineerd milieu.
Nadelen: penetrante geur, potentieel neurotoxisch en slechte afbreekbaarheid in het milieu.
Toepassing: voornamelijk als ontsmettingsmiddel van vloeren.

QD08AG Jodiumverbindingen
Jodium bezit een breed werkingsspectrum en heeft biocide eigenschappen bij voldoende lange contacttijd. Alcoholische jodiumoplossingen zijn instabiel en pijnlijk (obsoleet). Jodoforen (zoals polyvinyl-pyrrolidon (PVP)-jodium complex en povidonjood (Betadine®)) zijn verbindingen van jodium met een organische, in water oplosbare, drager.
Voordelen: Jodoforen (optimaal werkzaam bij pH 3) zijn redelijk stabiel, afwasbaar, minder irriterend en corroderend dan elementair jodium en ze zijn minder eiwitgevoelig. Een ander voordeel is de residuele werking die goed is, doch geringer dan die van chloorhexidine.
Nadelen: hard water (Ca), vetten en zetmeel (voederresten) hebben een negatief effect op de werking van jodoforen. Bij toenemende alkaliteit treedt werkingsverlies op; in opslag is de houdbaarheid beperkt.
Toepassing: Betadine® wordt toegepast in velerlei formuleringen zoals zalf, crème, lotion en alcoholische oplossingen ter ontsmetting van de huid (pre-operatief, tepeldip 1%) en bij wondbehandeling (bij brandwonden is voorzichtigheid geboden). De gebruikelijke concentratie is 7.5% povidon-jood, waarbij het complex 10% jodium bevat. Verdunde oplossingen (1%) vinden ook wel toepassing als irrigatievloeistof.

QD08AJ Quaternaire ammoniumverbindingen
Quaternaire ammoniumverbindingen zijn kationische detergentia waardoor ze cellysis veroorzaken. Centrimide en benzalkoniumchloride zijn belangrijke vertegenwoordigers van deze groep. Het spectrum omvat Gram-positieve en in mindere mate Gram-negatieve bacteriën (Pseudomonas!); mycobacteriën, schimmels en virussen zijn weinig of niet gevoelig. De werking is optimaal in een alkalisch milieu.
Voordelen: ze zijn thermostabiel, niet irriterend, reukloos en niet corrosief.
Nadelen: ze werken alleen oppervlakkig, bezitten een bittere smaak en ze zijn gevoelig voor storende stoffen zoals Fe, Ca, Mg, reinigingsmiddelen en organisch materiaal.
Toxiciteit: de acuut orale toxiciteit (LD50) van mono-en di-alkylquats ligt bij ratten in orde van 250-300 mg/kg lg. De residu-beschikking geeft 0.5 ppm aan als maximaal toelaatbaar residu (MRL waarde) in voedings-middelen.
Toepassing: als antisepticum, al dan niet met alcoholen (werken potentiërend) en als desinfectans in de voedingsmiddelenindustrie en voor chirurgisch instrumentarium (het laatste in combinatie met 0.2% NaNO2). Voor de ont-smetting van stallen, veewagens etc. zijn ze minder geschikt (daarom wel gecombineerd met glutaaraldehyde).

QD08AX Overige antiseptica en desinfectantia
Alcoholen:
Alcoholen (ethanol, methanol, isopropylalcohol en n.propanol) zijn in feite de werkzaamste antiseptica met de minste bijwerkingen. Toegepast in de juiste concentratie oefenen ze een snelle bactericide, fungide en virucide werking uit door denaturatie van eiwitten. Alcoholen zijn niet werkzaam bij sporevormende bacteriën en bij mycobacteriën in ingedroogd organisch materiaal.
Bij een bacteriële besmetting op de kunstmatig gecontamineerde huid geven ethanol (70 à 80%) isopropylalcohol (60%) en n. propanol (50%) in 30 seconden een reductie van 99,99% van het aantal kiemen. In hogere concentratie (80 à 90%) is ethanol ook werkzaam tegen mantelvirussen; propanolen zijn in dit opzicht minder effectief.
Nadelen: in zuur milieu zijn ze minder goed werkzaam en ook eiwitten storen de werking. Door hun vluchtige karakter ontbreekt een nawerking. Om de hergroei van de residente flora te vertragen worden ze daarom vaak gecombineerd met chloorhexidine (0.5%) of een quarternaire ammonium-verbinding. De op deze wijze verkregen residuele werking zorgt er o.m. voor dat het aantal kiemen in de handschoen van de chirurg urenlang laag blijft (miniperforaties komen regelmatig voor).
Toepassing: voornamelijk als huidantiseptica (met 0.5-1% glycerol om uitdroging van de huid tegen te gaan) en als desinfectantia voor de ontsmetting van instrumentarium.

Chloorverbindingen:
Chloor valt net als jodium onder de halogenen. Halogenen werken oxidatief (m.n. chloor en jodium; fluor is te toxisch, broom te weinig potent).  De werking van middelen op basis van chloor, berust op ongedissocieerd onderchlorig zuur ("actief" chloor) dat in waterige oplossing wordt gevormd. Het betreft niet alleen anorganische chloordragers zoals natriumhypochloriet, maar ook organische stoffen zoals tosylchloor-amide (Halamid®), met ± 25% actief chloor en. Het spectrum omvat Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën (1ppm actief chloor in zwemwater met neutrale pH is zeer effectief), en in hogere concentraties (100-500ppm) ook schimmels, virussen en sporen. De organische chloordragers zijn minder reactief (wordt daarom ook wel toegepast als 1-2% oplossing), maar bezitten wel voldoende nawerking (echter minder dan bij chloorhexidine).
Voordelen: de werking is snel, is betrekkelijk ongevoelig voor lage temperaturen en houdt voldoende lang aan (6-8 uur). In het milieu worden ze snel afgebroken.
Nadelen: ze zijn gevoelig voor storende stoffen zoals soda (werkingsverlies bij toenemende alkaliteit) en organische materiaal; metalen worden erdoor gecorrodeerd. Natriumhypochloriet oplossingen zijn niet stabiel (ontleding o.i.v. licht). Bij regelmatig contact kan Halamid sensibilisatie veroorzaken (inademing van de droge stof vermijden).
Toxiciteit: Chloorgas is bij inhalatie zeer giftig. De acuut orale toxiciteit (LD50) van Halamid ligt bij ratten in de orde van 1000 mg/kg lg; de NOEL waarde bij 15 mg/kg lg per dag (90 dagen studie). De residu-beschikking geeft 0.1 ppm aan als maximaal toelaatbaar residu (MRL waarde) in voedingsmiddelen.
Toepassing: als antisepticum, desinfectans (dierverblijven, veewagens, laarzen/Halamid oplossing 1-2% oplossing; Natriumdichloorisocynuraat (Actisan® 300ppm).
 
Hiernaast bestaat er nog een aantal (groepen) desinfectantia welke niet geschikt zijn voor toepassing op de huid vanwege irriterende effecten, maar wel voor ontsmetting van de omgeving. Hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk QV,  Varia.

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.