QD Dermatologica: middelen bij huidaandoeningen > QD01 Antimycotica voor dermatologisch gebruik > QD01A Antimycotica voor topicale toediening

QD01A Antimycotica voor topicale toediening
Sommige groepen antimycotica bevatten stoffen voor alléén topicale toediening. Deze staan hieronder vermeld.
Echter, groepen antimycotica die stoffen bevatten voor topicale én systemische toediening, staan vermeld onder: QD01B, antimycotica voor systemische toediening. Dit om onnodige doublures te voorkomen.
 
QD01AA Polyeenantibiotica
Nystatine en natamycine behoren tot de groep van polyeenantibiotica. Polyeenantibiotica zijn alle amfoteer en in water moeilijk oplosbaar; oplossingen en suspensies zijn niet stabiel (ontleding onder invloed van lucht en licht en ze zijn bovendien pH gevoelig).

Werking en werkingsspectrum: Polyeenantibiotica gaan een interactie aan met ergosterol in de celwand, wat onder aërobe omstandigheden leidt tot permeabiliteitsverandering (K+ verlies) en cellysis. Ze zijn fungistatisch werkzaam en in hoge concentraties fungicide. Goed gevoelig zijn Candida spp. (MIC-waarden nystatine en natamycine respectievelijk 2,5 - 3 microgram/ml en 1 -10 microgram/ml). Wat minder gevoelig zijn Microsporum spp. (MIC-waarden: 5-7 microgram/ml en 2-6 microgram/ml) en Trichophyton spp. (MIC-waarden: 10 microgram/ml en 3 -100 microgram/ml). In vitro zijn verder onder meer Cryptococcus spp. en Aspergillus spp. gevoelig.
 
Resistentie: In vitro kan resistentie bij onder meer Candida spp. worden opgewekt, zij het na vele passages. In de kliniek is resistentie echter nog geen probleem.

Toedieningswijzen en farmacokinetiek:
Natamycine en nystatine worden alleen topicaal toegepast in de vorm van zalf of spray-, was- en spoelvloeistof. Bij orale toediening is de opname vanuit het maagdarmkanaal zeer gering. Deze toediening heeft dan ook alleen zin wanneer een plaatselijk effect in de darm wordt verlangd. Natamycine en nystatine kunnen wegens hun hoge toxiciteit niet parenteraal worden toegediend.
 
Indicaties, dosering en combinatiepreparaten: Polyeenantibiotica worden voornamelijk topicaal toegepast bij slijmvlies- en huidinfecties veroorzaakt door gisten (Candida spp.) en Trichophyton- en Microsporum spp. Vermijd direct zonlicht tijdens de eerste uren na de behandeling. Door polyeenantibiotica te combineren met aminoglycosiden zoals neomycine, wordt spectrumverbreding verkregen. Dit soort combinaties, die tevens vaak corticosteroïden bevatten, worden onder meer toegepast bij otitis externa.

QD01AC Imidazolen en triazolen
Deze groep antimycotica zijn stoffen die zowel topicaal als systemisch worden toegepast. Voor werking, toediening, farmacokinetiek en indicaties, zie QD01B (antimycotica voor systemische toediening).

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.