QR Respiratiesysteem > QR05 Middelen tegen hoesten en verkoudheid > QR05C Expectorantia

QR05C Expectorantia
Expectorantia zullen door hun mucolytische (slijmoplossende), secretiebevorderende en secretomotorische eigenschappen de luchtwegen (m.n. de grote bronchiën en de trachea) vrij maken van taai slijm en ontstekingsproducten. Dit zal de luchtpassage en gasuitwisseling bevorderen.
Overigens vormt niet geëxpectoreerd slijm tevens een goede voedingsbodem voor bacteriën (zie secundaire bacteriële infecties bij virale of allergische luchtwegaandoeningen).
De productie van het tracheo-bronchiale slijm (mucus) vindt plaats in de submucosale klieren én in gespecialiseerde cellen van het trilhaarepitheel. De activiteit van de submucosale klieren wordt voornamelijk door de parasympathicus bepaald, en parasympathicolytica remmen de mucusproductie effectiever dan alfa- of beta-adrenoceptoragonisten. Het trilhaarepitheel reageert met name op directe lokale stimuli en de hierop volgende lokale reactie leidt tot de vrijzetting van ontstekingsmediatoren zoals leukotriënen en prostaglandines (PGD2, PGE1, PGF en PGI2).
 
Expectorantia zullen met name het taaie slijm veranderen (mucolyse) en de productie van sereus (vloeibare) slijm bevorderen (secreto-motorica) waardoor de functie  van het trilhaarepitheel gestimuleerd wordt.
 
QR05CB Mucolytica: Broomhexidine, ambroxol (de werkzame metaboliet van broomhexine) en dembrexine zijn ontwikkeld uit het plantaardige alkaloïde vasicine. Zij veroorzaken een hydrolyse van de zure mucopolysaccharide slijmvezels, die opgebouwd zijn uit via S-S-bruggen samengevoegde peptideketens. Deze peptide-ketens bevatten veel polysaccharide zijketens. De enkelvoudige peptideketens zijn water-oplosbaar, terwijl de meer complexe (S-S-bruggen) mucopolysacchariden een viskeuze, niet wateroplosbare gel vormen.
Na toediening van mucolytica ontstaat een meer vloeibaar secreet, dat gemakkelijker uitgehoest kan worden. Tevens bevorderen broomhexine en dembrexine de synthese van surfactant. De toegenomen productie van surfactant verbetert de functie van het trilhaarepitheel en verhoogt de permeabiliteit van het slijm voor antibiotica en immunoglobulinen.
Broomhexine kan zowel oraal als parenteraal worden toegediend. Vanwege het first pass effect (afbraak in de lever) is de orale dosering hoger dan die voor intramusculaire toediening. Ook dembrexine wordt in sterke mate door de lever gemetaboliseerd (halfwaardetijd bij het paard 1-3 uur). Broomhexine en dembrexine bezitten een ruime therapeutische breedte. In combinatie met anti-bacteriële middelen (zoals tetracyclinen en sulfonamiden) verhogen ze de concentratie van deze middelen in het bronchiaalslijm, wat therapeutisch gunstig is bij de behandeling van bacteriële luchtwegaan-doeningen (varken, kalf, paard).
Ook onder de mucolytica vallen de cysteïne-derivaten. N-acetylcysteïne (NAC) splitst de disulfide-bruggen, die de ruimtelijke structuur van de glycoproteïnen van het bronchiaalslijm bepalen. Door het verbreken van deze disulfide-verbindingen wordt het slijm vloeibaar, de viscositeit daalt. NAC kan zowel via inhalatie als oraal toegediend worden. Bij herhaalde inhalatoire toediening bestaat het risico dat NAC tevens de structuur van functionele eiwitten, m.n. immunoglobulinen, aantast. Bovendien heeft het een zwak irriterende werking en remt het (bij lokale toediening) de motiliteit van de trilhaartjes. Een afgeleidde van het NAC is de prodrug carbocysteïne. Pas na biotransformatie ontstaat uit carbocysteïne het actieve cysteïne, met boven beschreven werkingen. Humaan worden tevens ethylcysteïne, methylcysteïne, mercaptoethaan en dithiothreitol als mucolytica toegepast.

Secretomotorica: Talloze etherische oliën worden in de traditionele farmacotherapie toegepast. Deze vluchtige stoffen worden transcutaan of via inhalatie toegediend en verlagen de viscositeit van het bronchiaalsecreet. Toegepast worden onder meer menthol, thymol, anijsolie, eucalyptusolie, venkel alsmede kamfer, terpentijn en pinusolie.
 
De expectorerende werking van zouten zoals ammoniumchloride en kaliumjodide berust op een prikkeling van het maagslijmvlies waardoor reflectoir een stimulus van de N. vagus optreedt, met als gevolg een toename van de slijm-productie.
 
Een dergelijk werkingsmechanisme ligt ook ten grondslag aan de z.g. reflex-expectorantia. Deze plantaardige stoffen, waaronder emetine (uit Radix ipecacuanha = braakwortel), asarone en saponinen (uit “longkruid” = Pulmonaria officinale) werken na prikkeling van het maag-slijmvlies en via sensitisatie (afferent) van de Area postrema, reflectoir bronchosecretoir. Veelvuldig toegepast wordt ook guajacol (guafenesine), het distilaat van beuken- en berkenhout, dat naast zijn werking als reflex-expectorans een lichte lokaalanesthetische en antiseptische werking heeft.

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.