QP Anti-parasitaire middelen > QP54 Endectociden: middelen tegen endo- en ectoparasieten > QP54A Macrocyclische lactonen

QP54A Macrocyclische lactonen
Hieronder vallen de avermectinen en milbemycinen. Dit zijn antibiotica - of daarvan afgeleide verbindingen - die worden geproduceerd door Streptomyces spp.; tegen bacteriën zijn ze echter niet werkzaam. Tot deze groep behoren onder meer ivermectine, abamectine (toepassing in de land- en tuinbouw), eprinomectine, selamectine, doramectine, moxidectine, en milbemycine D.
 
Chemische en fysische eigenschappen: Deze stoffen zijn zeer lipofiel en daardoor vrijwel onoplosbaar in water. Onder invloed van zonlicht treedt ontleding op (t½ ivermectine en abamectine respectievelijk 3 en 12 uur; 's winters in de bodem respectievelijk 4-10 dagen en 20-47 dagen).
 
Werking en werkingsspectrum:
Avermectinen en milbemycinen interfereren met de neurotransmitters glutamaat en gamma-aminoboterzuur (GABA) waardoor storingen in de zenuwsignaaltransmissie optreden (opening van Cl--kanalen). Dit resulteert in verlamming van gevoelige parasieten. Bij vogels en zoogdieren passeren ze slechts in geringe mate de bloed-hersenbarrière (de basis van hun selectieve toxiciteit). Het spectrum omvat maagdarmnematoden (ivermectine, doramectine, moxidectine, abamectine, eprinomectine, milbemycine D en selamectine), longwormen (ivermectine, abamectine, doramectine, moxidectine), larvale stadia in de weefsels, microfilaria van onder meer Dicrofilaria immitis (o.m. ivermectine, milbemycine D en milbemycinoxim) en Onchocerca spp., horzellarven, bloedzuigende luizen, teken en mijten, zoals Psoroptes en Sarcoptes spp. (ivermectine, doramectine, abamectine, moxidectine en selamectine). Er bestaan dus verschillen in potentie en werkingsspectrum. De effectiviteit van avermectinen en milbemycinen ten aanzien van voornoemde parasieten is afhankelijk van de gekozen formulering, dosering en toedieningswijze.
 
Resistentie en resistentiemechanisme: Het grootschalig en mogelijk niet correct gebruik van ivermectine heeft in vele landen geleid tot het ontstaan van resistentie bij onder meer Haemonchus contortus, Ostertagia circumcincta en Trichostrongylus colubriformis. Resistente stammen vertonen partiële kruisresistentie (potentieverschillen tussen derivaten) met moxidectine en nemadectine. De betreffende resistente mutanten van deze species vertonen vaak ook resistentie tegen andere anthelmintica zoals benzimidazolen (multi-resistentie).
 
Toedieningswijze en farmacokinetiek: Door de slechte oplosbaarheid in waterig milieu wordt ivermectine langzaam vanuit het maagdarmkanaal geresorbeerd (maximale bloedspiegels na ca. 2 uur bij de hond, 3-5 uur bij het paard, 16 uur bij het schaap en 24 uur bij het rund). De orale biologische beschikbaarheid van ivermectine is bij herkauwers - in vergelijking met andere species - wat minder goed, mogelijk ten gevolge van binding aan cellulose en afbraak in de pens. Bij herkauwers heeft ook moxidectine een beperkte orale biologische beschikbaarheid. De biologische beschikbaarheid van dermaal toegepaste selamectine varieert per diersoort (hond 5%, kat 65%). Na parenterale toediening (s.c., i.m.) worden de mate en snelheid van resorptie in belangrijke mate bepaald door de gekozen farmaceutische formulering. Bij het rund worden, na s.c. toepassing van beschikbare formuleringen, maximale plasmaconcentraties bereikt na 4-10 uur bij moxidectine, 1-2 dagen bij abamectine en 3-6 dagen bij doramectine. Het distributievolume van avermectinen is groot (1,7-4,6 l/kg), maar ze penetreren nauwelijks in de hersenen (de basis van selectieve toxiciteit). Relatief hoge concentraties worden bereikt in vet, lever en gal (98% van de dosis wordt met de feces uitgescheiden), beenmerg, de injectieplaats, nieren, pancreas en longen. In de lever worden avermectinen en milbemycinen gemetaboliseerd. De belangrijkste metaboliet van ivermectine bij rund en schaap is 24-hydroxymethyldihydro-B1a; bij het varken 3"-O-desmethyldihydro-B1a en 3-O-desmethyldihydro-B1b. Het metabolietenpatroon bij paard en hond verschilt van dat bij rund en varken. Moxidectine wordt bij het rund omgezet in tenminste 7 metabolieten, waarvan het C29/C30 hydroxymethylderivaat de belangrijkste is. De eliminatiehalfwaardetijden variëren per derivaat (na i.v. toediening bij het rund: moxidectine 1 dag, ivermectine 1,96 dagen en doramectine 3,7 dagen) en per diersoort (ivermectine: varken (en mens) 12 uur, paard ca. 1 dag, hond 1,8 dagen en schaap 2,7 dagen). Na topicale, subcutane en orale toepassing zijn de eliminatiehalfwaarde-tijden duidelijk langer (onder invloed van de formuleringswijze). Bij lacterende dieren worden avermectinen ook met de melk uitgescheiden. Zo bedraagt de verhouding tussen melk- en plasmaconcentratie bij rund en geit na subcutane toediening van ivermectine respectievelijk 0,48 en 1,1. Dit geldt echter niet voor dermaal toegepast eprinomectine (melk-plasma ratio kleiner dan 0.2).
 
Dosering en indicaties: Afhankelijk van de indicatie, de ernst van de aandoening, de diersoort, de gekozen formulering en toedieningsweg varieert het doseringsinterval en de aan te houden dosering. Selamectine wordt bij katten en honden topicaal toegediend met een minimum dosis van 6 mg/kg. Selamectine is bij honden en katten geïndiceerd voor behandeling en preventie van besmetting met vlooien (Ctenocephalides spp, adulticide, larvicide en ovicide), behandeling van oormijt (Otodectes cynotis) en luizen (Felicola subrostratus en Trichodectes canis), alsmede ter preventie van hartwormziekte veroorzaakt door Dirofilaria immitis. Bij honden ter behandeling van schurftmijt (Sarcoptes scabiei) en volwassen intestinale spoelwormen (Toxocara canis). Bij katten ter behandeling van volwassen stadia van spoelwormen (Toxocara cati) en intestinale haakwormen (Ancylostoma tubaeforme Bij paarden wordt ivermectine in een dosis van 200 µg/kgkg per os bij onder meer infecties door volwassen en larvale stadia van strongyliden (S. vulgaris), Dictyocaulus arnfieldi, Parascaris equorum, Oxyuris equi, Microfilaria van Onchocerca spp. en larven van Gastrophilus spp. toegediend. Ter bestrijding van luizen (Haematopinus suis), mijten (Sarcoptes scabiei), longwormen (Metastrongylus spp.) en maagdarmnematoden bij het varken wordt een dosis 300 µg/kg ivermectine (sc) aanbevolen.; bij schapen en runderen: 200 µg/kg s.c. of 20 µg/kg per os. Bij niet-melkgevend rundvee worden ivermectine, abamectine en doramectine aanbevolen bij infecties veroorzaakt door maagdarmnematoden, longwormen, horzels, luizen en mijten in een dosering van 200 µg/kg s.c.. Moxidectine is in Nederland toegelaten voor toepassing bij niet-lacterende schapen (200 µg/kg per os); eprinomectine topicaal (0.1%) bij lacterende koeien. Ivermectine vindt o.m. toepassing (per os) in combinatie met clorsulon met het oog op verbreding van het spectrum (trematoden). Milbemycine-D (in Nederland verkrijgbaar) vindt alleen toepassing bij de hond in combinatie met lufenuron.
 
Contra-indicaties, bijwerkingen en interacties: Bij de meeste zoogdieren hebben avermectinen een therapeutische index van 5. Afhankelijk van het type avermectine kunnen er problemen ontstaan bij bepaalde hondenrassen (collies, bobtails en shelties). Deze honden hebben een gendefect, waardoor de PgP-transporteiwitten in de bloedhersenbarriere niet voldoende functioneren. Ook bij neonaten en jonge dieren kunnen intoxicaties optreden. Bij veulens tot 4 maanden leeftijd mag moxidectine daarom niet worden toegediend. Vogel- en schildpadsoorten, vissen (LC50 van ivermectine voor regenboogforel is 3,3 µg per liter) en andere waterorganismen (LC50 voor Daphnia magna 0,02 µg per liter) zijn ook erg gevoelig voor een intoxicatie met avermectinen.
Bij relatief hoge doseringen veroorzaken avermectinen bij herkauwers, paard, varken en hond een intoxicatiesyndroom dat gekenmerkt is door depressie van het CZS gepaard gaande met lusteloosheid, anorexie, mydriasis, ataxie, tremoren en speekselen. Bij parenterale toediening kunnen sommige formuleringen voorbijgaande pijnreacties en zwelling op de injectieplaats veroorzaken (en persisterende residuen). Bij de behandeling van hypodermose kunnen runderen bijwerkingen vertonen die het gevolg zijn van het afsterven van de larven (H. lineatum: tympanie; H. bovis: bewegings-stoornissen en verlamming op vitale lokaties in het lichaam).
 
Avermectinen in combinatie met closantel:
Avermectinen en closantel vinden toepassing bij de bestrijding van zowel ectoparasieten als van endoparasieten, waarbij door de combinatie ook een werking tegen leverbot (trematoden) optreedt.

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.