QP Anti-parasitaire middelen > QP53 Anti-ectoparasitica > QP53B Anti-ectoparasitica voor systemische toediening

QP53B Anti-ectoparasitica voor systemische toediening
I Adulticiden
ORGANOFOSFATEN
Deze middelen zijn besproken onder QP53A, Anti-ectoparasitica voor topicale toediening.

AVERMECTINEN EN MILBEMYCINEN
Deze middelen worden besproken bij de endectociden (QP54).

QP53BX02 Nitenpyram
Nitenpyram behoort tot de groep van de neonicotinoiden en werkt via binding aan de insect specifieke nicotinerge acetylcholine receptoren. Na binding treedt inhibitie van deze receptoren op. Het wordt toegepast bij vlooieninfecties als snelwerkend adulticide.
 
Resistentie en farmacokinetiek: Na orale toediening aan honden en katten wordt Nitenpyram snel (in minder dan 90 minuten) en volledig geabsorbeerd uit het maagdarmkanaal. Binnen enkele minuten na toediening worden reeds effectieve bloed spiegels bereikt. Uit onderzoek is onder meer gebleken dat binnen drie uur na een kunstmatige vlooien infestatie bij hond en kat, 99 tot 100% reductie van het aantal vlooien opgetreden is.

II Oviciden en larviciden
QP53BC Chitine-syntheseremmers
Benzoylfenylureumderivaten (ook wel chitine-syntheseremmers genoemd) zijn larvicide middelen voor systemische toediening en hiertoe behoren onder meer lufenuron, flufenoxuron en diflubenzuron.
 
Chemische en fysische eigenschappen:
Benzoylfenylureumderivaten zijn lipofiele verbindingen die beperkt oplosbaar zijn in water. Diflubenzuron, dat voornamelijk toepassing vindt tegen vliegen (in de stal en in mesthopen) heeft een fysische halfwaardetijd van 2,6 dagen (bij pH 10 en 36°C).
 
Toepassingsgebied: Lufenuron wordt toegepast bij de bestrijding van vlooien bij de hond en de kat in de vorm van tabletten (hond) en een suspensie (kat) die per os worden toegediend. Daarnaast is er een injectievloeistof voor toepassing bij de kat. Bij het bloedzuigen nemen volwassen vlooien lufenuron op. Voor een succesvolle bestrijding dienen de volwassen vlooien zelf bestreden te worden met een adulticide middel (er is een combinatiepreparaat met milbemycine verkrijgbaar). De dosering bij de kat bedraagt 30 mg/kg; bij de hond 10 mg/kg. Deze doseringen resulteren in een voldoende effectiviteit gedurende 4 weken. Diflubenzuron vindt onder meer toepassing bij de bestrijding van sprinkhanen en vliegen.
 
Werkingsmechanisme: Benzoylfenylureumderivaten werken larvicide door remming van de chitinesynthese die nodig is voor de vorming van het pantser van de parasiet. Resistente mutanten zijn tot op heden nog niet aangetoond.
 
Farmacokinetiek: De orale biologische beschikbaarheid van lufenuron en diflubenzuron is matig (40 à 50%) waarbij voedsel (m.n. vetten) de resorptie bevorderen. In het bloed is lufenuron voor 95% aan plasma-eiwitten gebonden. Door hun lipofiel karakter bezitten ze een groot distributievolume (ophoping in vetdepots waaruit het geleidelijk vrijkomt). In de lever worden ze voor een deel afgebroken, waarna excretie volgt met de gal (bij niet-lacterende runderen wordt 80% van de toegediende dosis diflubenzuron met de feces uitgescheiden). De halfwaardetijd van lufenuron bedraagt bij de kat 30 dagen en bij de hond 60 dagen.
 
Bijwerkingen, interacties en intoxicaties:
Bij honden en katten heeft lufenuron een redelijke therapeutische index (circa 10). In toxische doseringen werkt het neurotoxisch (convulsies). Toediening aan teven en poezen met zogende jongen wordt ontraden.

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.