QN Centraal zenuwstelsel > QN05 Psycholeptica > QN05A Antipsychotica

QN05A Antipsychotica
Antipsychotica, ook wel neuroleptica of major tranquilizers genoemd, worden onderverdeeld in meerdere groepen. Hiervan zijn slechts twee groepen veterinair van belang: de fenothiazinen (acepromazine) en de butyrofenonen (azaperon). In de humane geneeskunde worden antipsychotica gebruikt voor de behandeling van psychosen en syndromen gekoppeld aan hallucinaties en psychomotorische agitatie. In de diergeneeskunde worden deze stoffen voornamelijk gebruikt voor hun sedatieve en anti-emetische (o.m. reisziekte) en antihistaminerge eigenschappen.

Werking en bijwerkingen: De sedatieve werking berust op blokkade van centrale dopaminereceptoren. Deze blokkade is ook verantwoordelijk voor een gedeelte van de bijwerkingen: extrapiramidale verschijnselen en een verhoogde afgifte van het hormoon prolactine (dopamine is namelijk een prolactine inhiberende factor).
Fenothiazinederivaten en andere neuroleptica hebben zoals gezegd een anti-emetisch effect; zij blokkeren de dopaminerge impulsgeleiding vanuit de chemoreceptor-triggerzone naar het braakcentrum.
Neuroleptica zijn weinig specifiek. Zij kunnen histaminereceptoren blokkeren en worden derhalve ook gebruikt als antihistaminica. Daarnaast kunnen door blokkade van muscarinereceptoren bijwerkingen als een droge mond, droge ogen, urineretentie en accommodatiestoornissen ontstaan. Blokkade van alfa1-receptoren komt tot uiting in hypotensie en reflectoire tachycardie.

Indicaties: Neuroleptica kunnen worden gebruikt bij de pre-anesthetische medicatie of voor diagnostische ingrepen. Ze kunnen tevens worden toegepast bij transport en om agressief gedrag van dieren ten opzichte van elkaar en zichzelf tegen te gaan. 

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.