QB Bloed en bloedvormende organen > QB05 Bloedvervangende middelen > QB05B Intraveneuze oplossingen

QB05B Intraveneuze oplossingen
De meest voor de hand liggende manier om de vocht- en elektrolytenbalans weer op peil te brengen is intraveneuze toediening van water en zouten (steriel en pyrogeen vrij). Bij grote huisdieren wordt veelal geen volledige substitutie nagestreefd van vocht dat verloren gegaan is omdat dit praktisch onuitvoerbaar is. Afwijkingen in vocht- en elektrolytenbalans moeten zodanig hersteld worden, dat de patiënt zich beter voelt en zelf weer vocht gaat opnemen. Er kunnen verschillende vormen van dehydratie worden onderscheiden, nl. hypertone dehydratie en isotone dehydratie.

Hypertone dehydratie: Hierbij is sprake van waterverlies, terwijl het zoutverlies beperkt blijft. Deze vorm komt voor bij koorts, intensieve transpiratie, diabetes mellitus en diabetes insipidus. Er ontstaat zowel intracellulair als extracellulair waterverlies. Hypotone tot isotone oplossingen met elektrolyten of glucose zijn hier geïndiceerd.

Isotone dehydratie: Bij verlies van water en elektrolyten uit het maagdarmkanaal (diarree, braken, fistels, ileus, peritonitis etc.), bij bloedverlies of ten gevolge van verbrandingen is vaak sprake van isotone dehydratie. De dehydratie vindt alleen in het extracellulaire compartiment plaats. Parenterale toediening van isotone zoutoplossingen (0,9% NaCl), Ringer- of Ringerlactaat-oplossingen kunnen dan geïndiceerd zijn.

Aanvullende corrigerende maatregelen: Naast verlies van water en elektrolyten kan er sprake zijn van een metabole acidose. Correctie hiervan kan plaatsvinden met behulp van een bicarbonaat infuus of met een lactaatoplossing. Wanneer adequate enterale voeding gedurende langere tijd niet mogelijk is, is parenterale voeding geïndiceerd. Via parenterale voeding wordt niet alleen voorzien in de vocht- en elektrolytenbehoefte, maar ook in de energiebehoefte en de behoefte aan aminozuren (eventueel sporenelementen en vitaminen).
In de energiebehoefte kan worden voorzien met een hypertone glucose-oplossing. Aminozuurmengsels zijn verkrijgbaar en er bestaan vetemulsies om enerzijds in de behoefte aan essentiële vetzuren te voorzien en om anderzijds als energiebron te fungeren. De hoeveelheid en de verhoudingen van de componenten van parenterale voeding zijn van belang voor het al dan niet slagen van de therapie.

Voor alle producten in QB05B, klik hier.

QB05BC Oplossingen die osmotische diurese bewerkstelligen
Naast het aanvullen van een tekort aan vocht, kan de doelstelling van toediening van intraveneuze oplossingen ook zijn om juist vocht uit de weefsels te verwijderen en af te drijven. Hiervoor zijn oplossingen beschikbaar die osmotische diurese bewerkstelligen. Deze stoffen (onder andere mannitol) zijn osmotisch actief en hebben dus de eigenschap om water aan te trekken. Doordat ze glomerulair worden gefiltreerd (met het gebonden water), maar niet tubulair gereabsorbeerd, blijft het water ook gebonden in het nefron, waarna het wordt uitgeplast.
Deze stoffen dienen IV te worden toegediend en zijn direct osmotisch actief. Op deze wijze kan ook water worden onttrokken aan de omgeving  met een lage osmotische druk (bijv. de extra-vasale ruimte i.g.v. hersenoedeem) en verplaatst naar de bloedvaten, waarna in de nier het diuretische effect optreedt.
Osmotische diuretica zijn werkzaam bij hersenoedeem en acuut glaucoom. Niet toedienen bij oedemen als gevolg van hartinsufficiëntie (ze verhogen de bloeddruk!).

Voor mogelijk geregistreerde beschikbare middelen onder QB05BC, klik hier.